1:05:00
- Geef me de tas.
- Ik heb de tas niet.
1:05:04
- Waar is hij?
- In de auto van haar oom.
1:05:10
In de auto van haar oom?
Dit is niet te geloven !
1:05:15
- Rustig. 't is jouw probleem niet.
- Hoe kan jij dat weten?
1:05:20
- Ze denken dat we 't samen deden.
- Waarom?
1:05:24
Criminelen zijn achterdochtig.
Ze denken dat we in Caribiƫ zitten.
1:05:31
- Caribiƫ?
- Jij was er al geweest.
1:05:36
- Is ze altijd zo?
- Ja, ze luistert nooit.
1:05:40
We krijgen het geld van haar vader.
1:05:44
- Haar vader? Je zei haar oom.
- Mijn vader geeft het aan m'n oom.
1:05:50
- Hij geeft 't mij. Vat je 't nou?
- Je vader . . .
1:05:55
- Dit is niet waar.
- Nog makkelijker dan stof afnemen.
1:06:00
Waarom nam je haar mee?
Bedankt.
1:06:06
Bedankt.
1:06:13
Ze is ook nog alcoholiste.
Schitterend ! Drink je veel?
1:06:20
Ik neem deze. Ik koop tandpasta
en bespreek een kamer.
1:06:24
Ja, ga je neus even poederen.
1:06:28
- Weet je wel wat je doet?
- Ze heeft je geld ingepikt.
1:06:33
Jullie zijn me een mooi stel.
Net Bonnie en Clyde.
1:06:53
Emily? Hoe wist je dat ik hier was?
1:06:58
Je kan thuis geen zaken doen
als je telefoon wordt afgeluisterd.