The Game
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:42:05
Okee, alsjeblieft, kijk...
Ik ben met m'n kinderen.

1:42:09
Stuur ze weg.
1:42:11
Tijd om een snack
te gaan eten, jongens.

1:42:14
Meer snacks. Vooruit, ga maar.
1:42:17
Kijk...het was maar een klus.
1:42:21
Niks persoonlijk.
1:42:22
Ik speel mijn rol,
improviseer een beetje.

1:42:25
Daar ben ik goed in.
1:42:27
Ik moet met de baas spreken.
1:42:29
Dat weet niemand.
1:42:30
Niemand kan het geheel zien.
1:42:33
Hé, Tammy, Alex! Hou op.
1:42:35
Waarom doen ze dat?
1:42:37
Ik moet weten waar ze zijn.
1:42:42
Luister...ze bezitten
het hele gebouw.

1:42:45
Ze verhuizen steeds
naar een andere etage.

1:42:48
Jij werkt voor ze, hè?
Je kunt me erin krijgen.

1:42:51
- Nee, dat kan ik niet.
- Jawel, dat kun je wél.

1:42:54
Zeg dat de politie heeft gebeld.
1:42:55
Dat je ze moet spreken.
1:42:57
Zeg dat ik ze ga verlinken.
1:42:59
Er valt verdomme
niks te verlinken.

1:43:01
Het is zeer gevaarlijk.
1:43:05
Ik geloof niet
dat je het begrijpt.

1:43:10
Op dit moment...
1:43:12
ben ik... zeer...gevaarlijk.
1:43:19
Michael, jongens...
1:43:21
We gaan.
1:43:32
We zijn er.
1:43:34
Rij naar binnen.
1:43:41
Wat wil je nou eigenlijk?
1:43:43
Je krijgt je geld
toch niet terug.

1:43:45
Het geld kan me niet schelen.
1:43:46
Ik trek het gordijn weg.
1:43:49
Ik wil de Tovenaar ontmoeten.
1:43:57
Hij houdt ons
scherp in de gaten.

1:43:58
Parkeer ergens
waar ze je niet zien.


vorige.
volgende.