Affliction
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:29:03
Laat het even overwaaien
en ga dan eens goed met Lillian praten.

:29:08
Zeg haar hoe jij erover denkt.
Lillian wil jou niet afmaken.

:29:12
O nee ? Lillian wou me
altijd al aan het kruis spijkeren.

:29:16
Ik neem een advocaat in Concord
en ik laat de scheiding herzien.

:29:21
Marge.
- Dat rotwijf.

:29:24
Ze wil me Jill afpakken
en mij laten stikken.

:29:28
Ik ben veel meer dan kwaad.
:29:31
Ik ben al genoeg kwaad geweest om
't verschil te kennen. En dit is anders.

:29:36
Marge, je hebt klanten.
:29:39
Bel me.
:29:42
Zullen we vanavond afspreken ?
- Oké.

:29:49
Jack nog gesproken ?
- Gisteren. Hij is gaan jagen.

:29:53
Die lul joeg zich een kogel door 't lijf.
Niet opzettelijk. Een ongeluk, denk ik.

:29:58
Wie, Jack ?
- Nee, de andere.

:30:00
Hoe weet je dat ?
- Via de zender.

:30:02
Iemand hoorde Jack de politie oproepen.
Ik dacht dat jij ervan zou weten.

:30:07
Nee, ik ruimde sneeuw.
:30:09
Twombley, een vriend van Gordon.
Hij raadde hem aan met Jack te jagen.

:30:14
Tjonge, ik moet ervandoor.
:30:17
Je moet een nieuw logo ontwerpen.
Dit vind ik maar niks.

:30:22
Zet er een berg in of iets dergelijks
met een rivier erbij.

:30:27
Waarom zo gehaast.
- Jachtongeluk met Twombley.

:30:30
Ik dacht dat je het gehoord had.
- Jezus.

:30:33
Schiet op, ik moet erheen.
Hoe zou ik het weten ?

:30:36
Laat de bulldozer verplaatsen.
:30:39
Schiet op. Jij rijdt.
:30:42
We nemen mijn wagen.
:30:48
Zet dat uit.
:30:50
Je weet alleen dat het 'n ongeluk was ?
- Dat Twombley geraakt is.

:30:55
Jack is ongedeerd, denk ik.
- Je weet niet hoe erg ?

:30:59
Met Twombley ?
- Ja, Wade. Met Twombley.


vorige.
volgende.