Affliction
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:47:01
Hoe dan ?
- Weet ik veel.

:47:13
Pa ?
:47:17
Pa, is alles goed ?
:47:40
Jezus, hoe hou je het uit in de kou
met die kleren ?

:47:48
Waar is ma ?
:47:52
Ze slaapt.
:47:59
Ken je Margie Fogg nog ?
:48:03
Van bij Wickham ?
:48:05
Dag, Mr. Whitehouse.
:48:09
Wil je koffie ?
:48:12
Nee, dank u.
:48:14
Hoe is het met jullie ?
Je bent niet in de stad geweest.

:48:17
Het gaat best. Ja, hoor.
:48:22
Ze slaapt. Zal ik haar gaan halen ?
- Ja.

:48:31
Hier is niks veranderd.
:48:33
Het is hier ijskoud.
- Ja, ik gooi er wat hout op.

:48:36
De deur dichtdoen zou ook helpen.
:48:40
Laat dat. Da's niet goed.
:48:48
Ze worden te oud om hier te wonen.
:48:51
Misschien wel.
:48:57
Waar is ma ?
- Ze komt zo.


vorige.
volgende.