Affliction
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:08:05
Ik hou van mijn dochter.
1:08:07
Ik zal de 500 dollar overmaken.
1:08:13
Sorry voor de lange lunch.
1:08:15
Mijn transmissie is weer stuk.
1:08:18
Zou je geen nieuwe auto kopen ?
1:08:21
Van jouw loon ?
1:08:24
Elaine, bel Chub Merritt
dat hij Wade zijn transmissie herstelt.

1:08:28
Wat ?
1:08:30
Laat Chub Wade zijn auto ophalen
en de transmissie herstellen.

1:08:34
Ik laat de gemeente de rekening betalen.
1:08:39
Neem zolang mijn terreinwagen.
1:08:42
Je bent politieman.
Je hoort 'n fatsoenlijke auto te hebben.

1:08:48
Wil je een nieuwe auto of niet ?
1:08:51
Wat moet ik ervoor doen ?
- Niks.

1:08:54
Wade, ik heb zitten nadenken.
Jij krijgt niet genoeg waardering.

1:09:01
Mel Gordon was hier vanmorgen.
- Nou en ?

1:09:05
Ging het over de bekeuring ?
Hij wou ze niet aannemen.

1:09:09
Da was niet slim.
- Da ?

1:09:10
Hem zo aanpakken
na de dood van zijn schoonvader.

1:09:14
Het correcte woord is 'dat',
niet 'da'.

1:09:17
Dat ?
- Ja.

1:09:20
Vergeet het. Doe 't om mij te plezieren.
1:09:23
Jij ? Waarom ?
1:09:24
Nou, Mel doet zaken met me.
Je moet zakenpartners kunnen plezieren.

1:09:30
Hij had haast. Het is niks.
1:09:32
Het was voor hij wist
dat Twombley dood was.

1:09:35
Wat maakt dat uit ?
Pak mijn auto, rust wat uit.

1:09:39
En denk niet aan Mel Gordon.
1:09:45
Zeg, weet je al
wat je met het huis van je vader doet ?

1:09:49
Verkoop het. Kom in de stad wonen.
1:09:51
Wil jij het kopen ?
- Niet aansteken.

1:09:53
Wees gerust. Interesse ?
- Misschien.

1:09:56
Jij en Mel Gordon.
- Mogelijk.

1:09:58
Wade kun je altijd belazeren, hè ?
- Waar heb je het over ?


vorige.
volgende.