:44:01
Ik kan je niet helpen,
ik ben erg met mezelf bezig.
:44:06
Ik haal Gene.
:44:08
Hé, Gene ?
:44:10
Het was nuttig,
al deed je maar alsof je luisterde.
:44:14
Graag gedaan.
:44:17
- Calnet, drie uur.
- Drie uur precies.
:44:30
- Dokter Fish.
- Schrijver van Ziekten bij Katten ?
:44:34
Hebt u m'n boek gelezen ?
:44:36
Gelezen ? Dat ligt naast m'n bed,
dat is m'n bijbel.
:44:41
Het wordt beschouwd als een standaardwerk,
:44:45
maar bijbel...
:44:49
Maar ik snap wat u bedoelt.
:44:52
Ik heb een buitengewoon zieke,
buitengewoon grote kat.
:44:57
Ik maak me zorgen, want hij ziet slecht.
:45:01
En hij heeft veelpijn.
:45:04
Als het in de kop zit, zijn er twee opties:
:45:08
U kunt opereren, of u kunt het dier af maken.
:45:14
Hoe moet ik dit aanpakken ?
:45:16
- Ik ga voor zorgen. Dat beloof ik.
- Kom snel terug.
:45:21
Ik ben hard op weg naar het einde.
:45:25
Anders hang ik mezelf op
aan m'n onderbroek.
:45:28
Daar kan ik heus wel aankomen.
:45:30
Niet echt.
:45:32
- Hij heeft de vergadering afgezegd.
- interesseert me niet.
:45:35
Ik moet John spreken.
Je weet niet wat hier gebeurt.
:45:45
Dokter.
:45:47
Je moet me helpen. Hij is dood.
:45:51
- Hij is niet dood.
- Loop nou niet door.
:45:54
- Je moet hem helpen.
- Waarom ?
:45:57
Omdat jij dat kunt. Jij kunt het.