1:06:01
Stil.
1:06:02
- Let op, Lucky. Help hem.
- Wij werken niet voor.
1:06:06
- Ik heb je leven gered.
- Dat is oud nieuws.
1:06:10
Wil je dankbaarheid ? Neem 'n hamster.
1:06:12
Neem een hamster, wat een giller.
1:06:16
Ik moet hulp halen.
1:06:18
Ik heb 't nummerbord van die tijgerdief.
1:06:21
Doe iets.
1:06:23
Het hart van een havik.
1:06:26
- Een bange havik.
- Het hart van een havik.
1:06:40
Dat voelt fijn.
1:06:43
Ik geniet van de relatie met m'n patiënten.
1:06:47
- Daar kom je wel overheen.
- Vast niet.
1:06:50
Het was maar een grapje.
1:06:54
Die vent sjokt liever door de sneeuw met
z'n zwarte tasje, en gaat zo de deuren langs.
1:07:02
Ik vind het schattig.
1:07:04
- Dat deed pijn.
- Het spijt me.
1:07:07
Misschien een gebroken neus.
1:07:10
- Gebroken ?
- Even zien.
1:07:12
Lieve heer. Ik heb z'n neus gebroken.
1:07:16
- Ik breng hem naar RÖntgen.
- Ik val flauw.
1:07:29
Wat een lekker gevoel.
1:07:36
- Dit doet echt pijn.
- Natuurlijk.
1:07:39
Je bent tegen 'n deur gelopen.
1:07:42
Lieve heer, ik bloed.
1:07:43
Ik bloed. Hebben we morfine ?
1:07:47
Hé, jongens.
1:07:49
- Wat heb jij ?
- Tegen 'n deur gelopen.
1:07:52
Z'n tussenschot is kapot.
1:07:54
Dit is geen goed moment.
Ik heb namelijk iemand op bezoek.