:53:06
- U bent er weer.
- Fantine, Als er iets...
:53:11
Ik was aan het dromen.
:53:14
Over u en mij en Cosette.
Ze kreeg het vormsel toegediend.
:53:24
Ze zag er zo mooi uit.
:53:30
Maar ze herkende me niet.
Ik moest huilen.
:53:38
- Ik moet je iets vertellen...
- Ik heb niet lang meer te leven.
:53:45
Wilt u dit aan haar geven ?
Ik heb hem voor haar bewaard.
:53:55
Geeft u hem alstublieft aan haar ?
:54:07
Ze mag bij u komen wonen, hé ?
U zult toch voor haar zorgen ?
:54:13
- Ja, ik zal voor haar zorgen.
- Beloof het.
:54:17
Ik beloof het.
:54:19
Hij kan goed liegen, hé ?
Hij heeft z'n hele leven gelogen.
:54:26
- Help me.
- Hij is hier niet voor jou.
:54:30
- Meneer de burgemeester...
- Hij is geen burgemeester meer.
:54:35
- Ik wil je even spreken.
- Zeg het maar.
:54:38
Laat me haar kind ophalen.
Ik zal je rijkelijk belonen.
:54:43
Denk je dat ik gek ben ? Wat zul je
gelachen hebben, toen je me vergaf.
:54:50
Je mag dat hoerenkind niet halen.
Jullie gaan de gevangenis in.
:54:55
Je zult je dochter nooit meer zien.
Hij kan je niet helpen.