Les Miserables
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:54:07
Ze mag bij u komen wonen, hé ?
U zult toch voor haar zorgen ?

:54:13
- Ja, ik zal voor haar zorgen.
- Beloof het.

:54:17
Ik beloof het.
:54:19
Hij kan goed liegen, hé ?
Hij heeft z'n hele leven gelogen.

:54:26
- Help me.
- Hij is hier niet voor jou.

:54:30
- Meneer de burgemeester...
- Hij is geen burgemeester meer.

:54:35
- Ik wil je even spreken.
- Zeg het maar.

:54:38
Laat me haar kind ophalen.
Ik zal je rijkelijk belonen.

:54:43
Denk je dat ik gek ben ? Wat zul je
gelachen hebben, toen je me vergaf.

:54:50
Je mag dat hoerenkind niet halen.
Jullie gaan de gevangenis in.

:54:55
Je zult je dochter nooit meer zien.
Hij kan je niet helpen.

:55:00
- Javert...
- Vuile bedrieger.

:55:03
Sta op.
:55:09
Het is een genoegen je weer te zien,
Valjean.

:55:35
Je hebt haar vermoord.
:55:40
Je kunt nergens heen
zonder papieren.

:55:43
Ik heb je zo gevonden.
:55:55
Ze heeft berouw getoond, hé ?
God zal haar vergeven.


vorige.
volgende.