:49:01
- Waarom schrijf ik niet verder...
- Ja !
:49:04
Doe verder. Nu de voedster. Waar is Ralph ?
:49:08
Mevrouw, uw moeder wenst
met u te spreken.
:49:13
- Wat is haar moeder ?
- Huw, vrijgezel...
:49:16
haar moeder is de vrouw des huizes,
een goede vrouw...
:49:19
en wijs en deugdelijk.
:49:21
Ik heb de dochter gevoed waarmee u sprak.
:49:24
Ik zeg u, hij die haar kan grijpen...
:49:27
krijgt het licht.
:49:29
Is zij een Capulet ?
:49:31
M'n leven ben ik m'n vijand schuldig.
:49:34
Weg. Ga heen. Het mooiste is voorbij.
:49:37
Ja, daar vrees ik voor.
Des te groter is mijn onrust.
:49:41
Kom dichter, voedster.
Wie is die jongeman ?
:49:44
De zoon en erfgenaam van de oude Tiberio.
:49:48
Laat 't nacht wezen.
:49:49
- Wie is diegene die niet wil dansen ?
- Ik weet het niet.
:49:53
Ga zijn naam vragen.
:49:56
Als hij getrouwd is,
is mijn graf mijn huwelijksbed.
:50:02
Nee, ga niet heen.
:50:03
Ik moet.
:50:05
- De enige zoon van uw aartsvijand.
- Verschrikkelijk.
:50:08
Gewoon... verschrikkelijk !
:50:16
"Maar welk zacht licht
breekt door uw raam ?
:50:21
"Het is het oosten,
:50:23
"en Julia is de zon.
:50:26
"Kom op, mooie zon,
en dood de afgunstige maan...
:50:30
"die reeds ziek en bleek van smart is...
:50:33
"dat gij, haar maagd,
veel mooier bent dan zij."
:50:38
- Oh, Will.
- Ja, er zit wel wat bruikbaars tussen.
:50:40
"Het is mijn dame. O, het is mijn liefste !
:50:43
"O, wist ze maar dat zij het was !
:50:46
"De helderheid van haar wang
zou de sterren doen schamen...
:50:50
"als daglicht een lamp."
:50:52
Haar hemelse ogen zouden
door de hooggelegen streken...
:50:55
zo helder stromen...
:50:57
dat vogels zouden zingen
en denken dat het geen nacht was.