1:04:11
Ik heb zes jaar
gevangen gezeten.
1:04:13
Jullie hebben me bevrijd.
1:04:18
Nu vragen jullie me weer
een gevangenis in te gaan.
1:04:22
Het paleis is geen gevangenis.
1:04:27
Zie je die boerenmeisjes daar?
1:04:30
Die ene met dat lammetje?
1:04:33
Lk zou zo m'n hele leven
met haar schapenhoeden.
1:04:36
Wij bieden je de kans
om koning te worden.
1:04:40
Nee, jullie bieden me de kans
om me voor te doen als koning.
1:04:45
Een koning die jullie haten.
1:04:49
Niet iedereen haat hem.
1:04:51
Jij niet dan?
1:04:56
Waarom moet ik hem worden?
1:04:58
Geef me een reden,
anders doe ik het niet.
1:05:02
Ik kan het niet.
1:05:05
We zijn slechts werktuigen
van God.
1:05:08
We kunnen alleen
blijven geloven.
1:05:10
Hoewel ik dat
soms moeilijk vind.
1:05:14
Geloven blijft moeilijk.
1:05:16
Daarom moeten we eten, drinken
en het leven liefhebben.
1:05:21
Als koning kun je wel
duizend boerenmeiden krijgen.
1:05:25
Porthos! Je snapt het niet!
1:05:27
Wat dan?
1:05:28
Phillippe heeft gelijk.
1:05:30
We hebben hem geen reden gegeven
1:05:33
om het te doen.
1:05:35
Jouw reden snap ik wel, Athos.
1:05:37
Is dat zo?
1:05:39
Porthos heeft me
van je zoon verteld.
1:05:44
Denk je dat ik daarom hier ben?
1:05:49
Raoul geeft me een reden,
maar niet zoals jij denkt.
1:05:54
Ooit waren we allemaal bereid
1:05:56
ons leven in dienst
van iets groters te stellen.