1:05:02
Ik kan het niet.
1:05:05
We zijn slechts werktuigen
van God.
1:05:08
We kunnen alleen
blijven geloven.
1:05:10
Hoewel ik dat
soms moeilijk vind.
1:05:14
Geloven blijft moeilijk.
1:05:16
Daarom moeten we eten, drinken
en het leven liefhebben.
1:05:21
Als koning kun je wel
duizend boerenmeiden krijgen.
1:05:25
Porthos! Je snapt het niet!
1:05:27
Wat dan?
1:05:28
Phillippe heeft gelijk.
1:05:30
We hebben hem geen reden gegeven
1:05:33
om het te doen.
1:05:35
Jouw reden snap ik wel, Athos.
1:05:37
Is dat zo?
1:05:39
Porthos heeft me
van je zoon verteld.
1:05:44
Denk je dat ik daarom hier ben?
1:05:49
Raoul geeft me een reden,
maar niet zoals jij denkt.
1:05:54
Ooit waren we allemaal bereid
1:05:56
ons leven in dienst
van iets groters te stellen.
1:06:00
Aramis had zijn geloof.
1:06:02
Porthos zijn levenslust.
1:06:05
D'Artagnan zijn trouw.
1:06:07
En ik had Raoul.
1:06:09
Maar één droom
deelden we allemaal.
1:06:12
Dat we ooit
een koning zouden dienen
1:06:15
die de troon waardig was.
1:06:18
Daarvan droomden we,
1:06:21
daarvoor hebben we gebloed,
1:06:24
en waar we een leven lang
op gewacht hebben.
1:06:27
Ik leerde Raoul
in die droom te geloven.
1:06:32
En nu is mijn zoon dood.
1:06:37
Dus ik ben hier om te kijken
1:06:39
of hij voor niets heeft geleefd.
1:06:42
En de enige die die vraag
kan beantwoorden, ben jij.