:41:37
Met mij.
:41:39
We komen iets later.
:41:41
Hoeveel later ?
:41:43
Een uurtje of zo.
:41:45
Heb je gebeld voor die stoelen ?
:41:48
Heb je gebeld ?
- Oké.
:41:50
Hoezo oké ?
- Wat ?
:41:52
Hoe zit 't daarmee ?
:41:54
Ik heb een boodschap ingesproken.
:41:58
Heb je gisteren soms coke gebruikt ?
:42:02
Nee. Ik ben over vier uur thuis.
:42:06
Was het leuk ?
Was het leuk, schat ?
:42:09
Zou hij kinderen hebben ?
:42:13
Zou hij vader zijn geweest ?
- Ik heb geen idee.
:42:19
Ik heb het akelige gevoel
dat hij kinderen had.
:42:24
Daar was hij te jong voor.
:42:29
Dit komt ons duur te staan.
:42:45
Kom, jongens. Papa is weer thuis.
:42:50
Vandaag is 't begin
van de rest van ons leven.
:42:56
We moeten gaan, schat.
- Ik moet voetballen.