:31:03
Echt niet ? Popcorn met caramel,
goed voor je spieren.
:31:10
Klasse, Faraday.
:31:13
Hij krijgt vertrouwen.
-Hij is sterk.
:31:19
Hij heeft het moeilijk gehad.
- Heel goed.
:31:24
jij geeft hem kracht.
-Ik doe m'n best.
:31:30
je gaat door met je leven,
dat is belangrijk voor hem.
:31:35
Maar hij wil iemand zien boeten.
:31:40
Voor zijn moeder.
Er moet iemand boeten.
:31:45
Praat hij daarover ?
:31:48
Ze geven haar foute informatie
en bekennen geen schuld.
:31:54
Daar zou ik niet mee kunnen leven.
:31:57
En jij ook niet.
Laat staan een negenjarige.
:32:01
Praat Grant over z'n moeder ?
:32:05
ja, we praten over zoveel dingen.
:32:12
Hij is slim.
:32:16
Heel goed, Grant.
:32:21
Kinderen zijn het slimst.
:32:24
Dat is gewoon zo.
Zo scherp zie je het nooit meer.
:32:35
Laat mij even.
:32:48
Grant, we gaan zo eten.
Handen wassen.
:32:52
Ik eet bij Brady.
-Nee, kom.
:32:55
Sorry, Michael.
Ik dacht dat hij het gevraagd had.
:32:59
Mag ik bij Brady eten ?