:09:02
Mag ik een bekertje water?
-Bek dicht, burger.
:09:06
Ik wil water.
:09:08
O nee, niks daarvan.
We nemen niemand meer op.
:09:14
Dat had de centrale moeten zeggen.
-Jullie waren het dichtst bij.
:09:18
Waar moet ik 'm dan neerleggen?
:09:20
Hij zegt dat jullie
de beste zusters hebben.
:09:25
Mooi. Ik schop wel iemand
uit bed drie.
:09:28
Pardon. Ik zie dat u
een goed mens bent.
:09:31
U weigert een stervende man
toch geen beetje water?
:09:35
Ik moet bij m'n patient blijven.
-Hou nou eens je kop.
:09:39
Verdomme, wat doen jullie me aan?
lk zit helemaal vol.
:09:43
Hij ziet er slecht uit.
Wat heeft ie?
:09:46
Jij hebt 'm dood verklaard.
-Jij zei dat ie dood was.
:09:50
Hij doet het weer.
:09:52
Ik haat telefonisch doodverklaren.
:09:55
Hij reageert niet eens.
Hij is er geweest.
:09:58
Ik heb een bed gepikt,
leg 'm daar maar op.
:10:01
Hij is onze laagste prioriteit.
Zonde van al die technologie.
:10:07
De dokter komt zo bij jullie.
-Kunt u ons niet meer vertellen?
:10:11
Achteruit, mensen.
:10:14
Achteruit, zei ik.
:10:16
Moet ik m'n zonnebril afzetten?
:10:20
Hartaanval, 45 jaar, hij moet naar
cardiologie. We hebben er nog drie.
:10:25
En twee aids-patienten.
Eentje van twaalf.
:10:29
Zijn moeder wil niets tekenen.
Ze geloven niet in euthanasie.
:10:33
Het is gewoon zinloos.
:10:36
Drie overdoses van een nieuwe drug,
de Rode Dood.
:10:40
Wat zit erin?
-Heroine en een of ander aminozuur.
:10:43
Ze mixen het met alcohol.
:10:46
10 keer zo sterk als heroine.
Als ze bijkomen, zijn ze gek.
:10:50
Is hij er een van?
-Nee, dat is Noel. Een vaste klant.
:10:54
Ik heb hem
spierverslappers gegeven.
:10:57
Hij dronk zoveel dat ie bijna
geen zout meer in z'n bloed heeft.