:23:00
-Jakob!
-Wat?
:23:02
Ik begin weer te trainen.
:23:04
Zeg dat je nieuwe trainer.
:23:06
Dag, Anna. Hoe gaat het?
:23:16
Vertrek je op reis?
:23:19
Het is te gevaarlijk
voor je als ik blijf.
:23:21
Ik ga beter met mijn ouders mee.
:23:24
Mag ik je boek houden?
:23:27
Je vertrekt niet
voor je gegeten hebt.
:23:34
Eet jij niet?
:23:35
Altijd maar eten. Het is niet
gezond je vol te proppen.
:23:44
Mischa. Heb je weer gevochten?
:23:46
Da's niets.
Ik heb heel goed nieuws.
:23:49
Welk goed nieuws?
:23:51
Dag, Mw. Frankfurter.
:23:54
Dag, meneer.
:23:56
Hoe gaat het met jullie?
:23:59
Mr. Frankfurter,
ik moet u wat vragen.
:24:02
Je hebt verloren, papa.
:24:05
Het doek valt niet
voor de laatste zin is gezegd.
:24:08
Excuseer me, Mr. Frankfurter.
:24:14
Moet je me iets vragen?
:24:16
Ik wil u helpen
met de overbevolking in deze flat.
:24:22
Voor ik het vergeet. Da's voor u.
:24:26
Twee koolrapen.
:24:27
Het is niet veel.
Het is niets vergeleken met....
:24:32
Mr. Frankfurter.
:24:33
Mw. Frankfurter.
:24:36
Ik kom de hand
van uw dochter vragen.
:24:42
Kom even met me mee.
:24:46
Weet je waar we zijn?
:24:48
De treinen komen ons halen
en jij hebt huwelijksplannen.
:24:52
We hebben leren leven zonder
brandhout, aardappelen, kleren...
:24:56
...of kinderen. Maar niemand kan
zonder toekomst leven.
:24:59
We hebben een toekomst.
De oorlog is bijna voorbij.