:47:03
Zeg maar tegen Harry
dat hij de pest kan krijgen.
:47:15
Ik zeg dit maar één keer.
Eén keer.
:47:19
Ik ben bereid dit één keer
door de vingers te zien.
:47:24
Je zoon moet een half miljoen
dokken.
:47:28
Dus wat heb je liever?
Je kroeg...
:47:32
...of je zoon?
:47:39
Plank gaat eerst.
De kooi is nooit op slot. Toch?
:47:43
Nooit.
:47:46
Als hij binnen is, komen wij.
:47:50
En dan pakken we
ze lekker hard aan.
:47:54
Die rukkers zijn slapjanussen,
maar ze hebben wel een ijzerwinkel.
:47:59
Als het erop zit,
komen we hierheen...
:48:02
...en we zijn klaar met kezen.
Duidelijk?
:48:07
Hartstikke.
:48:10
Moet je zien.
:48:13
Wat moeten we hiermee?
:48:17
Op je kop zetten, sukkel.
:48:21
Ik ga niet gladgeschoren
en vriendelijk lachend naar binnen.
:48:26
Het zijn onze buren. Een beetje
vermomming kan geen kwaad.
:48:33
Goed nagedacht, Soap.
:48:37
Ik heb ook wapens.
-Wapens? Hoe bedoel je?
:48:43
Deze.
:48:46
Hou ze een beetje bedekt.
:48:50
Kon je niks groters krijgen?
:48:55
Zoiets? Wat vind je ervan?
:48:59
Je hebt hulp nodig.