:40:00
Ik vroeg hoe het gaat.
Dan zeg je niks.
:40:03
Ik leef nog. Hoe denk je
dat het gaat?
:40:07
Ik ben moe van 't wachten tot je eens
belt. Al zeg je maar: klote voor je.
:40:13
Ik had het druk.
-Lul niet.
:40:18
Ik was bang dat je je opgelaten
zou voelen als ik belde.
:40:22
Je was bang dat jij
je opgelaten zou voelen.
:40:26
Dat je me niet in m'n gezicht
zou durven kijken. Net als nu.
:40:41
Dat is niet waar.
:40:59
Ik heb zo vaak gedroomd
van dit moment.
:41:06
Het moment dat we elkaar weer
zouden zien.
:41:09
In m'n droom stonden
we ook hier in het park.
:41:15
Maar er was één verschil.
:41:20
Wat dan?
:41:26
In m'n droom regende het niet.
:41:31
Ik moet gaan.
:41:33
Wat doe je morgen?
-Studeren, ik heb het druk.
:41:36
Morgen is het vrijdag.
-Ik heb 't echt druk.
:41:40
Tot kijk dan.
:41:48
Als je wilt, spreken we iets af.
-Als jij het wilt.
:41:54
Zodra de kans op overlijden bestaat,
komt het transportteam in actie.