:56:10
Hoe lang moet ik hier nog blijven?
-Dat weet je nooit.
:56:15
In m'n ergste nachtmerries
bestaat zoiets nog niet.
:56:18
Het is een psychiatrische gevangenis.
Niet meer, niet minder.
:56:24
Ik hoor hier niet.
-Je wordt beschuldigd van moord.
:56:28
Ik weet niet eens wat ik gedaan heb.
-Zegt de naam 'Ellie' je iets?
:56:36
Ken je een meisje dat zo heet?
-Nee. Waarom vraagt u dat?
:56:41
Het schijnt dat je vannacht
steeds die naam noemde.
:56:44
Ik zal wel gedroomd hebben.
:56:46
Wat heb je gedroomd?
-Ik weet het niet.
:56:49
Het kan belangrijk zijn.
-Hoe kan dat nou belangrijk zijn?
:56:54
Als bewijs dat je niet wist wat je
deed, moet ik 'n verklaring hebben.
:57:00
Er is geen verklaring,
dat heb ik u al verteld.
:57:04
Wat heb je gedroomd, Cesar?
:57:08
Ik weet het niet. Ik herinner
me slechts flarden.
:57:16
Eerst was ik in een soort kantoor.
:57:19
Een secretaresse laat me
een kamer binnen.
:57:22
Daar hangt een foto van
een zonsondergang en een man.
:57:26
Daarna weet ik het niet meer.
Ze laten me papieren zien.
:57:30
Wat voor papieren?
-Ik weet niet. Maar ik teken ze.
:57:36
Dat kantoor, is dat van jouw bedrijf?
-Nee, ik herken het niet.
:57:42
Dus het is een plek die je niet kent.
-Dat heb je toch vaker in dromen?
:57:47
Zijn het de papieren die je
bij de artsen hebt getekend?
:57:51
Nee, bij de artsen was het
surrealistisch.
:57:55
Op een dag vroegen ze of ik
naar de kliniek kon komen.
:57:59
Daar werd ik opgewacht
door het hele medische team.