:18:01
Ik hou van je.
:18:13
-Heb je haar gevonden?
-Ging dat vliegtuig naar Miami?
:18:17
Geef me wat kwartjes.
:18:20
Ik heb ooit in Miami geneukt.
:18:27
Ik heet Van Den Broeck, ik werk
bij de politie in Washington.
:18:31
Ik weet dat er veel gekken
bellen als er zoiets gebeurt.
:18:35
Misschien zat m'n vrouw
in dat vliegtuig.
:18:39
Peyton Van Den Broeck.
:18:46
Geweldig. Ze zat zeker
in een ander toestel.
:18:51
Wanneer gingen de andere
vluchten naar Miami?
:18:54
Kijk maar bij 1 3.1 5 uur,
maar ze ging even na 9 uur weg.
:19:18
Ik ben Bill Van Den Broeck,
de man van Peyton.
:19:21
Ze is naar Miami.
Ik moet weten met welke vlucht.
:19:25
Ik kom zo bij u.
:19:27
We hebben het niet in maat 36.
Zal ik het bestellen?
:19:32
Ik ben Peytons man. Ik moet weten
welke vlucht ze heeft genomen.
:19:38
Bent u de agent?
:19:41
Mary Claire Clark reserveert
vluchten. Ze is naar huis.
:19:44
-Kunt u haar thuis bellen?
-O, het neergestorte vliegtuig.
:19:49
Ze is naar Miami, maar
ze staat niet op de lijst.
:19:52
Molly, hoe bereiken we
Mary Claire Clark?
:19:59
-Moet je zo gillen?
-Misschien zat Peyton in dat toestel.