1:20:01
Maar ze was enorm.
Dus bouwde hij dit onmogelijke geval.
1:20:06
- Niet nu, Henry.
- Vergeef me. Ik kon niet anders.
1:20:11
- Niet nu, Henry.
- Wat moet je dan ?
1:20:14
Praten.
1:20:16
Ga naar huis.
Je kunt haar niet vasthouden.
1:20:19
De rol van de jaloerse man
past niet bij je.
1:20:23
Ik wil geen scène schoppen.
1:20:26
- Ga naar huis.
- Ik ben niet jaloers, Bendrix.
1:20:32
Wat zei je ook alweer ?
Minnaars zijn jaloers.
1:20:36
Echtgenoten zijn belachelijk.
1:20:40
Ik ben nooit haar minnaar geweest.
En geen echte echtgenoot.
1:20:44
- Maar je hebt onze man ingehuurd.
- Ik moest weten waar ze was.
1:20:49
Dat weet je dan nu. Ze wil scheiden.
1:20:53
Dat zal niet gaan, vriend.
1:20:56
- Ga je het bestrijden ?
- Nee.
1:20:59
Maar dat kost 3 maanden.
1:21:01
Wat stelt drie maanden voor
op een mensenleven ?
1:21:06
- De helft.
- De helft van wat ?
1:21:10
Van een leven, vrees ik.
1:21:15
Sarah gaat dood. De arts belde
de avond dat ze niet terugkwam.
1:21:22
Hij had de uitslag
van enkele onderzoeken.
1:21:25
Ik ging bij je langs. Ik dacht
dat jullie daar allebei waren.
1:21:34
Wat gedragen we ons vreemd
op zulke momenten.
1:21:53
- Je moet niet nat worden, lieveling.
- Hou je niet van regen ?
1:21:58
Je hebt nieuws.