:35:03
Het is een mooie suite, maar het is
wel aan de kant van het zwembad.
:35:09
De zwembadkant is juist
de goede kant van dit hotel.
:35:14
De straatkant is de slechte kant.
Dit kost 1700 per nacht.
:35:19
Praat niet over geld.
Ik heb veel aan m'n hoofd.
:35:23
Ik heb geen plek voor geld.
- Waarom zou je ook ?
:35:27
Goed, we moeten boodschappen doen.
:35:30
Ik ken je niet goed, maar als je 'wij' zegt
dan bedoel je 'mij'. Klopt dat ?
:35:35
Ja, jij moet boodschappen doen.
Hier heb je m'n lijstje.
:35:43
Ga naar de biologische winkel.
Ik eet altijd eko.
:35:47
Ik ben telepathisch Dat wist ik al.
:36:09
Dag, pap. Kijk, papa is hier.
:36:17
Ik wil met je vader praten.
Haal maar wat fris, wat je maar wilt.
:36:25
Wat doe jij hier ?
- Boodschappen.
:36:30
Voor ons ?
- Ik had honger.
:36:33
Er was niks in huis.
Ik wilde m'n steentje bijdragen.
:36:38
Wie eet dit ?
- Slakken ? Ik.
:36:41
Sinds wanneer ?
- Je weet heel veel niet over mij.
:36:45
Bijvoorbeeld dat je tampons gebruikt.
:36:49
Ik doe boodschappen voor haar.
Ik zou het je later nog vertellen.
:36:54
We gaan samenwerken,
en dit doe ik even voor haar.
:36:58
Betekent samenwerken
boodschappen doen ?