The Muse
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:37:01
Ze woont in 'n hotel en heeft geen auto.
- In welk hotel ?

:37:06
Het Four Seasons.
- Waarom woont ze daar ?

:37:10
Daar heb ik haar een kamer gegeven.
- Dat hotel is razend duur.

:37:15
Laten we er niet in de winkel
over praten, maar thuis.

:37:19
Wie is ze ? Zeg op,
of je ziet me niet meer thuis.

:37:22
Waar dreig je mee ?
- Wie is ze ?

:37:25
Ze is een muze.
:37:29
Ik heb je niet goed verstaan, geloof ik.
- Ze is een muze, een echte.

:37:35
En die muze van jou eet slakken ?
:37:38
Ik zie je straks.
Er is iets ernstig mis met jou.

:37:42
Vertrouw me nou.
Ik zeg zoiets niet als ik het niet meen.

:37:47
Koop maar raak. Tot straks.
:37:49
Het is de waarheid. Vraag Jack maar.
Ze is een echte muze.

:37:55
Ze is niet de enige.
Ze zijn onder ons.

:38:01
Wat zei Carl toen hij je verliet ?
- Niks. Er lag een briefje.

:38:06
Ik dacht dat het goed was tussen ons.
- Als hij nu de waarheid zegt ?

:38:11
Dat hij een muze kent ?
Ben je gek geworden ?

:38:14
Waarom volg je hem niet ?
- Nee. Ik ben diep teleurgesteld.

:38:20
Een schrijver kan toch wel
een betere smoes verzinnen.

:38:24
Het is wel een raar verhaal.
- Ik ben overstuur. Ik bel je wel terug.

:38:30
Dat is goed. Doe voorzichtig.
:38:37
Gaan jij en papa scheiden ?
- Wat ? Nee, natuurlijk niet.

:38:43
Wat is er aan de hand ?
- Ik weet het niet.

:38:47
Je vader is in de war.
- Heeft papa het niet meer ?

:38:51
Hoe kom je erbij ?
- Dat overkomt alle schrijvers.

:38:55
En dan plegen ze zelfmoord.
- Dat is allemaal niet waar.

:38:59
Margaux Hemingway wel.
- Ernest.


vorige.
volgende.