1:10:01
Ik ben trouwens ook niet blij. Je weet
nooit wie hier nu weer rondloopt.
1:10:07
Een hotel is niks.
Waarom laten we haar niet hier slapen ?
1:10:12
Het bijhuis is te klein voor twee mensen.
Waar moeten we dan slapen ?
1:10:18
Dat bedoel ik niet.
- Ik wil het niet horen.
1:10:22
Als zij hier maft, maf jij daar. Tijdelijk.
1:10:26
Maffen ? Ben je soms
bij de Kabouters gegaan ?
1:10:31
Sinds wanneer zeg jij 'maffen' ?
- Laat maar.
1:10:34
Het is een slecht idee. Ik wil hier slapen.
- Laat maar.
1:10:40
Voel je je tot haar aangetrokken ?
Je wilt toch niet met haar naar bed ?
1:10:47
Daar ga ik niet op in. Ik zeg niks.
- Ga er op in met een 'nee'.
1:10:52
Ik wil dat ze gelukkig is, dan is ze
een goede muze. Dat wil jij toch ook ?
1:10:57
Ik wil een goede muze
die niet in dit bed slaapt.
1:11:08
Ze is mijn meisje. Ik ben trots op haar.
- Ze moet een winkelketen beginnen.
1:11:14
Maar ik wil haar niet kwijt.
- Ik ben je zoveel verschuldigd.
1:11:19
Ik ben jou veel verschuldigd.
Jij maakt ons rijk.
1:11:24
Wat doe jij eigenlijk in de foodsector ?
- Niets. Ik ben schrijver.
1:11:30
IJs ? Gelato. Mijn zwager
maakt ook tiramisu. Heerlijk.
1:11:35
Nee, ik ben schrijver.
- Schrijf je op verjaardagstaarten ?
1:11:41
Precies. M'n vrouw schrijft 'Van harte'
en ik 'gefeliciteerd'.
1:11:47
Ik snap het. Maar wat doe je
nou in het echte leven ?
1:11:51
Ik heb het je al tachtig keer verteld.
Ik ben schrijver. Ik schrijf.
1:11:57
Je rijdt, op een paard.
Ik hou van paarden, ook om te eten.