:46:03
Waarom denkje dat?
:46:06
Dat zeggen uw ogen.
:46:10
Ik moet daar niet over praten.
:46:24
Er was eens een man
die Malcolm heette.
:46:27
Hij werkte met kinderen.
:46:30
Hij vond 't heerlijk.
:46:33
Heerlijker dan wat ook.
:46:38
Toen ontdekte hij dat hij
met een van hen 'n fout had gemaakt.
:46:43
Daar kon hij niets aan doen.
:46:48
Hij kan 't niet loslaten.
:46:50
Niet vergeten.
:46:55
Sindsdien is alles anders.
:46:59
Hij is niet meer wie hij was.
:47:04
Zijn vrouw houdt niet van de man
die hij geworden is.
:47:10
Ze zijn vreemden voor elkaar.
:47:15
Dan ontmoet Malcolm
'n geweldigejongen.
:47:19
Echt 'n toffe knul.
:47:23
Hij lijkt erg op die eerste.
:47:27
En Malcolm gaat diejongen helpen.
:47:33
Hij denkt dat,
als hij dezejongen kan helpen...
:47:37
...'t net is
alsof hij die andere ook helpt.
:47:45
Hoe loopt het af?
:47:49
Ik weet 't niet.