:31:02
Kom binnen.
Mijn huis is letterlijk jouw huis.
:31:12
-M'n hemden.
-Ik heb ze klaargelegd.
:31:15
Goed, dan vergeet ik ze niet.
:31:18
-Ik kan ze in de kast hangen. . .
-Nee. Dat is 'n perfecte plek.
:31:26
-Wat drinken?
-Wil je. . .
:31:30
Wil je wijn?
:31:33
Ik weet nog
waar hij staat, denk ik.
:31:35
Als ik me goed herinner hou je
van rood. Het begint weer te dagen.
:31:43
De wijn ademt
heel wat beter dan ik.
:31:49
Je gelooft nooit
wat ik gister heb gedaan.
:31:53
Ik heb 'n puzzel van je gemaakt.
:31:58
Een vraag. Wat was drie verticaal?
lk kwam er niet op.
:32:03
Drie letters.
Gevoel van mentaal ongemak.
:32:06
Duf.
:32:27
-Stond die altijd al daar?
-Ik heb 'm vorige week gekocht.
:32:33
Nog meer nieuwe apparaten?
:32:37
Nu we toch alles opbiechten,
ik heb ook 'n nieuwe knoflookpers.
:32:43
Het lijk is nog warm
en ze koopt al knoflookpersen.
:32:59
-Hoe zou 't met de kinderen gaan?
-Aan de kaarten te zien goed.