1:15:03
En het vreselijke is...
1:15:05
Hoe ouder ik word,
hoe jonger zij worden.
1:15:10
Ik zie niet altijd
het gelaat van 'n makker.
1:15:13
Soms is het een Duits gelaat.
1:15:18
Op het einde
schoten we op jonge knapen.
1:15:28
Ik was een sluipschutter.
1:15:30
Waar ik vandaan kom,
moest je jagen om te eten.
1:15:35
Ik werd altijd vooraan opgesteld,
vlakbij de linies.
1:15:42
Ik zat uren te kijken.
1:15:46
Je ziet een hoop dingen
als je daar zo zit.
1:15:51
Ik keek uit naar de officieren
1:15:54
of de radiojongens
of een artillerie-uitkijk.
1:15:59
Soms ontdekte ik
door de rook een geschutstelling.
1:16:04
Dan schoot ik ernaar.
1:16:06
Soms was het alleen
een beweging in het bos.
1:16:16
We hadden een verkenner.
1:16:18
Een kleine kerel.
1:16:21
Kotz heette hij.
1:16:25
Een Poolse jongen uit Milwaukee.
1:16:30
Hij trok altijd op verkenning.
Hij was er een kei in.
1:16:35
We vertrouwden hem op z'n woord.
1:16:37
Hij heeft ons leven
meer dan eens gered.
1:16:42
Hij was niet groot.
1:16:50
We waren
van achter de haag gekropen
1:16:55
en we renden over open terrein.
1:16:59
En we kwamen bij een bos.