1:08:02
Sta je op de wachtlijst?
1:08:04
Ze waren allemaal uitgeleend.
1:08:07
En, ja...
1:08:08
ik heb voor 't eten betaald.
1:08:11
't Kostte me $13,
dus je hebt de zaak duidelijk gemaakt.
1:08:15
Ik belde om te horen wat je wilde eten,
maar je nam niet op.
1:08:18
Ik haalde de bel er 20 jaar geleden uit.
1:08:26
Laat me je iets vragen.
1:08:28
Waarom verdoet iemand als jij...
1:08:32
zijn tijd met zo'n roddelblad?
1:08:35
Wat is daar mis mee?
1:08:38
't Is rotzooi.
1:08:39
Je zou The Times moeten lezen of zo.
1:08:42
The Times is mijn diner...
1:08:46
maar dit is mijn toetje.
1:08:48
Ze hebben een schrijfwedstrijd op school.
1:08:51
- Heb je daar ooit aan meegedaan?
- Een schrijfwedstrijd?
1:08:54
- Ja.
- Eén keer.
1:08:56
- Lang geleden.
- Heb je gewonnen?
1:08:59
Natuurlijk heb ik gewonnen.
1:09:01
Geld of zo?
1:09:04
De Pulitzer.
1:09:10
Ze laten het de studenten zelf voorlezen.
1:09:12
Wat heeft dat nou met schrijven te maken?
1:09:15
Schrijvers schrijven zodat lezers kunnen
lezen. Laat een ander het voorlezen.
1:09:19
Heb jij ooit je eigen boek voorgelezen?
1:09:21
In 't openbaar? Nee, zeg.
1:09:23
Privé lees ik 't nauwelijks.
1:09:26
Weet je die dingen die ze doen,
dat voorlezen in koffieshops?
1:09:31
Weet je waarom ze 't doen?
1:09:33
Om boeken te verkopen.
1:09:35
Omdat ze willen neuken.
1:09:37
O, ja? Gaan vrouwen met je naar bed
als je 'n boek schrijft?
1:09:40
Ze gaan met je naar bed
ook al schrijf je een slecht boek.
1:09:44
- Gebeurde het jou wel eens?
- Tuurlijk.
1:09:50
Ben je ooit getrouwd?
1:09:54
Niet bepaald een soepvraag, nietwaar?
1:09:57
Nee, ik ben nooit getrouwd.