1:41:03
Ik kom voor Ruth Schram.
-Dr. Marks.
1:41:06
Wat is er gebeurd?
-Een aanval van ischemie.
1:41:10
Een bijna-beroerte.
-Wat houdt dat in?
1:41:16
Even geen bloed naar de hersenen.
1:41:18
Ik wil m'n Obsession parfum,
makroontjes...
1:41:22
...en ik moet e-mailen.
1:41:25
Geen computer.
Je moet twee dagen rusten.
1:41:28
Niks daarvan. Dan kunnen ze
van mij die ziekte krijgen.
1:41:38
Ik neem aan dat je broer
op de hoogte is.
1:41:43
Ja, hij zit in de Hamptons
maar hij belt me geregeld.
1:41:48
Maakt niet uit. Morgen ben ik thuis.
1:41:51
Bedankt voorjullie trouw.
-Graag gedaan.
1:41:55
Waar is de derde musketier?
1:41:58
Hard aan 't werk?
1:42:05
Ik ben toe aan 'n kop koffiie.
1:42:08
Haal ik wel.
-Nee, praten jullie maar verder.
1:42:17
Wat is er gebeurd?
-Niks. Ik heb 't afgehandeld.
1:42:22
Wat dan? En hoe?
1:42:24
Het is voorbij. Ik wil niet...
1:42:27
We moeten praten.
Ik wil erover praten.
1:42:32
Er valt niks te praten.
-Jawel.
1:42:34
Echt niet.
-Jawel.
1:42:38
Ga rustig zitten. Er is een reden
waarom je broer wegblijft.
1:42:44
Dat weet ik.
Het zal niet weer gebeuren.
1:42:48
Je weet het niet.
1:42:53
Ik was fout.