Taxi 2
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:02:02
Hij knippert met z'n lichten.
ls dat Vatanen?

:02:06
Nee. Het is een taxi.
:02:10
En? Ga je uit de weg?
lk heb werk.

:02:13
ls dit de goede weg?
-Zeker. lk rijd binnendoor.

:02:16
Ach zo, binnendoor.
:02:18
Laat je je pakken door 'n taxi?
-Hij blijft achter mij.

:02:25
Het spijt mij, maar er is
'n toerist die de weg verspert.

:02:29
ls dat geen racewagen?
:02:31
Hij versierde zijn wagen
om op te scheppen.

:02:34
Ze gaan lachen als we aankomen
met 'n taxi achter ons.

:02:37
Kalm aan. lk schud hem af.
:02:41
Maar hij geeft me 'n duw.
:02:44
lk ga hem opzijduwen,
anders duurt 't een week.

:02:55
Maak u geen zorgen. We zijn er bijna.
:03:03
Waarom staat er
zoveel volk langs de weg?

:03:06
Da's normaal. Het is vakantie.
-Vakantie.

:03:12
De nummer 10 die aankomt,
is niet Schlesser.

:03:16
Het is een taxi.
:03:23
lk had niet de tijd z'n nummer te noteren.
:03:35
1 7 minuten 25 seconden.
:03:38
't ls altijd zo. Als ik stop,
worden ze ziek. Nooit onderweg.

:03:43
En mevrouwtje, alles goed?
:03:46
Voor wie is het?
-Voor haar. Haar water is gebroken.

:03:49
Mag ik?
:03:52
U bent aan 't bevallen?
-Wat dacht u? Dat ik breide?

:03:55
Haal 't materiaal. We doen 't hier.
:03:58
Nee, ik moet boodschappen doen.
En de bank is nieuw.


vorige.
volgende.