:55:02
We betalen 't wel van
't studiefonds van de kinderen.
:55:06
Vergeet 't maar.
We gaan taart kopen.
:55:09
Dat zal het hoogtepunt
van mijn week zijn.
:55:27
Het spijt me echt van die ruzie in
de winkel. Ik wil geen ruzie met je.
:55:32
Ik vraag me gewoon soms af
hoe we hier terecht gekomen zijn.
:55:36
Had je ons tijdens onze studie
hier gezien ?
:55:40
Het leven heeft ons
hier en daar verrast.
:55:45
Wat zou jij zeggen dat
de grootste verrassing was ?
:55:53
Annie, bijvoorbeeld.
:55:56
Verrassing, we zijn zwanger.
:55:58
Dat zal wel. Dat was het zeker.
:56:01
Dat was zeer onverwacht.
Maar wat doe je eraan ?
:56:06
Ik denk dat het prima is gegaan,
jij niet ?
:56:08
Ik mag Annie heel graag.
- Mooi, misschien houden we 'r wel.
:56:12
Ik hou van Annie.
Ik ben gewoon...
:56:17
We hebben wel veel lol gehad, niet ?
:56:22
Weet je die tent nog in Charles
Street waar we naartoe gingen ?
:56:30
In de Village ? Toen we in
Greenwich Village woonden ?
:56:36
Fantastisch. Leuke tent.
Waarom zijn we ooit weggegaan ?
:56:40
Je kan niet echt kinderen opvoeden
in de Village.
:56:43
En dan dat gedoe met dat
ziekenhuis, dat hielp ook niet.
:56:49
Jij was fantastisch. Maar die
hartaanval overleven was één ding.
:56:53
Heb jij 'n hartaanval gehad ?
- Hou op. Ik ben nog steeds kwaad.
:56:59
Wie weet wat er was gebeurd
als jij niet de zaak had opgevangen.