The Kid
prev.
play.
mark.
next.

:38:03
Wacht.
:38:04
Het huis is anders.
:38:10
Wie zijn dat?
:38:17
Wat moet ik nu beginnen?
:38:23
Wat nu?
:38:26
kan die waterval uit?
:38:29
De meeste achtjarigen sterven
aan zelfmedelijden.

:38:33
En jij bent meelijwekkend.
:38:36
Ik doe tenminste niet zo.
:38:45
Chester. kom maar, jongen.
:38:53
kom dan. Chester.
:39:06
Hou je nou op?
:39:08
Nu!
:39:11
Waar is Chester?
:39:14
Wie is Chester?
:39:15
Mijn hond.
Die ik krijg als ik groot ben.

:39:20
De fijnste hond ter wereld.
:39:23
Die achterin m'n pick-up meerijdt
en frisbee speelt en altijd meegaat.

:39:31
Pech gehad, knul. Geen hond.
:39:34
Wat bedoel je?
:39:36
Ik bedoel, geen hond.
Ik heb dus geen hond.

:39:40
Geen hond? Word ik later
een vent met zonder hond?

:39:45
Precies.
:39:47
Waarom heb ik geen hond?
-Omdat ik er geen wil.

:39:52
Ik kan er niet voor zorgen.
:39:55
Ik reis altijd voor m'n werk.
:39:57
Reizen voorje werk?

prev.
next.