The Kid
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:38:00
Blijf je liever bij mij ?
:38:02
Ik red 't wel.
:38:11
Bel snel een whaaambulance.
:38:15
Waarom huil je ?
:38:17
Ik wil naar huis.
:38:19
Ik probeer je thuis te brengen.
- Krijg ik straf ?

:38:23
Wel als je snot
aan mijn kalfsleren stoel afveegt.

:38:27
Bedenk nou waar je woont.
:38:30
Dat moet jij weten.
- We zijn twaalf keer verhuisd.

:38:33
Verhuizen wij 'n dozijn keer ?
:38:36
Een dozijn is 12.
We verhuizen twaalf keer.

:38:39
Wat gebeurt er dan ?
:38:41
Alles gaat in 'n vrachtwagen,
en je krijgt een ander huis.

:38:46
Twaalf keer.
- Daar is 't. Weet je 't nu ?

:39:00
Daar zijn we van 't dak gevallen.
In die struik.

:39:05
Daar kroop de hartstikke grote possum
onder 't huis. Weet je nog ?

:39:10
De possum onder 't huis.
Hoe zou ik 't ooit kunnen vergeten ?

:39:15
Weet je dat niet meer ?
:39:18
Hij was wel zó groot,
met hele lange tanden...

:39:24
... en hij stal onze schoen.
Dat moet je nog weten.

:39:28
Ik weet 't dus niet meer.
:39:32
Ik herinner me dit huis amper.
:39:34
Maar jij wel, en dat telt.
Uitstappen.

:39:39
Wacht.
:39:41
Het huis is anders.
:39:47
Wie zijn dat ?
:39:54
Wat moet ik nu beginnen ?

vorige.
volgende.