The Kid
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:39:00
Daar zijn we van 't dak gevallen.
In die struik.

:39:05
Daar kroop de hartstikke grote possum
onder 't huis. Weet je nog ?

:39:10
De possum onder 't huis.
Hoe zou ik 't ooit kunnen vergeten ?

:39:15
Weet je dat niet meer ?
:39:18
Hij was wel zó groot,
met hele lange tanden...

:39:24
... en hij stal onze schoen.
Dat moet je nog weten.

:39:28
Ik weet 't dus niet meer.
:39:32
Ik herinner me dit huis amper.
:39:34
Maar jij wel, en dat telt.
Uitstappen.

:39:39
Wacht.
:39:41
Het huis is anders.
:39:47
Wie zijn dat ?
:39:54
Wat moet ik nu beginnen ?
:40:00
Wat nu ?
:40:04
Kan die waterval uit ?
:40:07
De meeste achtjarigen sterven
aan zelfmedelijden.

:40:11
En jij bent meelijwekkend.
:40:13
Ik doe tenminste niet zo.
:40:23
Chester. Kom maar, jongen.
:40:31
Kom dan. Chester.
:40:45
Hou je nou op ?
:40:48
Nu !
:40:51
Waar is Chester ?
:40:53
Wie is Chester ?
:40:55
Mijn hond.
Die ik krijg als ik groot ben.


vorige.
volgende.