:46:07
Weet je wat ik ben, Bozz ?
Ik ben slager.
:46:11
Dat zijn we allemaal.
- Ik ben een echte slager.
:46:14
Je hebt nog niemand vermoord.
- Ik ben een echte slager.
:46:18
Ik snijd vlees, en nog goed ook.
Ik deed het tijdens school, en erna.
:46:24
Als je mijn magere vlees eet,
wordt biefstuk je nieuwe God.
:46:30
Ik ben een goeie slager. Iets anders
wilde ik nooit worden.
:46:40
Lach je me uit ?
- Nee Miter, ik lach je niet uit.
:46:47
M'n vrouw lachte me uit.
M'n vader ook.
:46:51
Ik verdiende bijna niks. Je bent
een winkeljongen, zei m'n pa.
:46:55
Hé, winkeljongen. Hé, jongen.
:46:58
Die lul noemde me
de hele tijd jongen.
:47:02
Ik ben geen jongen.
:47:04
Meneer de grote oorlogsheld, m'n pa.
:47:07
En m'n vrouw, die kleine...
:47:12
M'n vrouw.
:47:21
Ze is knap.
:47:23
De knapste in heel Lake Charles High.
:47:32
De knapste van heel Louisiana.
:47:37
Ze was boos op me
omdat ik aldoor maar werkte.
:47:41
en haar geld gaf zodat zij
haar opleiding kon betalen.
:47:46
Toen wist ik het al.
:47:48
En later wist ik het helemaal zeker.
:47:52
Ze bedroog me
met zo'n studiebolletje.
:47:55
En m'n pa zei: zie je nou wat
een godvergeten stommeling je bent ?