:15:01
Ouwe lul.
:15:06
Die hond...
:15:08
Was die echt bij u?
:15:11
WeIk dialect moet ik spreken?
Ja, de hond was bij mij.
:15:16
De hond was bij mij.
Duidelijk?
:15:20
Dus Tango was bij u.
-Je begint het te snappen.
:15:32
Tango is oké.
Hij houdt me altijd gezelschap.
:15:42
We nemen het pad bij mijn huis.
:15:48
Plotseling was Tango verdwenen.
:15:51
Ik riep hem, maar hij kwam niet.
:15:55
Plotseling hoorde ik hem
grommen. Hij deed heel vreemd.
:16:00
Ik liep terug en riep hem.
:16:06
Hij kwam niet.
:16:08
Kon je het meisje al zien liggen?
:16:10
Niet vanaf het pad.
:16:13
Maar ik zag Tango wel.
Die liep wat rond.
:16:16
Dus toen ging je de bosjes in?
:16:23
Toen zag ik haar.
:16:27
Ik dacht eerst dat ze sliep.
:16:30
Ze lag erbij als een...
:16:33
...engeltje.
:16:38
Zoals ze daar lag.
:16:40
Haar ogen waren donkerbruin.
:16:46
Ze waren open.
:16:47
Sue-Ellen Huddy.
:16:50
Over drie dagen
was ze dertien geworden.
:16:54
Hoe wist je dat ze dood was?
-Ik raakte haar aan.
:16:58
Ik legde mijn hoofd
op haar borst.