:33:02
Vernon, die daar nu zit,
was bij het complot betrokken.
:33:10
Dat was mooi.
- Hij heeft gehoord wat we zeiden.
:33:14
Kom, ik wil met je dansen.
:33:23
Ik heb De dochter herlezen.
Het is zo mooi, Grady.
:33:30
Zo natuurlijk. Het is net
of die zinnen altijd hebben bestaan.
:33:35
Dat je ze gewoon uit de stijlhemel
hebt opgehaald.
:33:40
En dan die mooie opdracht. Maar ik
ben niet zo onschuldig als je denkt.
:33:46
Hopelijk is dat niet waar. We hebben
een schrijnend tekort aan onschuld.
:34:00
Deze jongen
heeft een groot glas cola nodig.
:34:04
Laat mij maar.
- We hebben hem al. Tot bij de auto.
:34:07
Goed. Geef me dan de sleutels even.
Ik heb nog spullen in de kofferbak.
:34:13
Dat is lastig. Dat moet ik zelf doen.
- Ook best.
:34:21
Wacht bij hem thuis met weggaan tot
je zeker weet dat alles in orde is.
:34:26
Prima, als ik wist waar hij woonde.
- Weet je dat dan niet ?
:34:31
Ik ben er nooit geweest.
- Dat vind ik heel vreemd.
:34:35
James is vreemd. Ik heb hem ooit
afgezet bij een tante van hem.
:34:39
Hoewel, die woonde daar niet,
ze werkte er alleen.
:34:43
Ik moet m'n rugzak hebben.
- Wat zegt hij daar ?
:34:47
Dat lelijke groene ding van hem. Hij
heeft het vast binnen laten liggen.
:34:53
Hij heeft het in de aula laten liggen.
- M'n rugzak.
:34:58
Hij kan wel bij mij slapen.
- Waar dan ?