:34:00
Deze jongen
heeft een groot glas cola nodig.
:34:04
Laat mij maar.
- We hebben hem al. Tot bij de auto.
:34:07
Goed. Geef me dan de sleutels even.
Ik heb nog spullen in de kofferbak.
:34:13
Dat is lastig. Dat moet ik zelf doen.
- Ook best.
:34:21
Wacht bij hem thuis met weggaan tot
je zeker weet dat alles in orde is.
:34:26
Prima, als ik wist waar hij woonde.
- Weet je dat dan niet ?
:34:31
Ik ben er nooit geweest.
- Dat vind ik heel vreemd.
:34:35
James is vreemd. Ik heb hem ooit
afgezet bij een tante van hem.
:34:39
Hoewel, die woonde daar niet,
ze werkte er alleen.
:34:43
Ik moet m'n rugzak hebben.
- Wat zegt hij daar ?
:34:47
Dat lelijke groene ding van hem. Hij
heeft het vast binnen laten liggen.
:34:53
Hij heeft het in de aula laten liggen.
- M'n rugzak.
:34:58
Hij kan wel bij mij slapen.
- Waar dan ?
:35:01
We kunnen hem wel in de garage
zetten, naast de sneeuwschuivers.
:35:10
Als je daarna nog wilt praten,
ben ik wel wakker.
:35:21
Tripp, de kofferbak. Schiet toch op.
- Rustig maar, ik ga al.
:35:31
Ga jij weg met die auto ?
:35:33
Ga jij met deze kastanjebruine
Ford Galaxie 500 weg ?
:35:37
Hij is van mij.
- Gelul. Van mij, klootzak.
:35:41
Dat is een vergissing.
- Gelul.
:35:43
Wie is dat ?
- Vernon, ga naar je moeder toe.
:35:48
Wat kijk je nou ?
- Ik kijk naar jou.
:35:50
Vooruit, plankgas. Toe nou, man.
Gaan we nu eindelijk ?
:35:55
Wat heb jij toch ?
Dat joch is zowat in coma.
:35:59
En wie is daarmee begonnen ?
- Ik wou hem wat kalmeren.