:23:04
Die kerels in dat café
zijn mijn vrienden.
:23:10
zo'n beetje. We werken samen,
vertellen moppen en kletsen wat.
:23:18
Maar ik kan niet tegen ze zeggen. . .
-Wat?
:23:26
Als ik m'n ogen sluit,
zie ik die revolver.
:23:30
Dan hoor ik die knal.
:23:33
Ik voel die kogel
in m'n borst slaan en. . .
:23:40
Ik weet niet waarom ik
je dit vertel. Je was erbij. . .
:23:50
Ik ben vast dronken.
:23:57
Ik wil weten waarom jij precies
op dat moment bij dat stadion was.
:24:06
En als je er nou niet was geweest?
:24:10
Het moest zo zijn, denk ik.
:24:17
Je mag best even binnenkomen.
:24:28
Wat drinken?
-Nee, dank je.
:24:33
Doe je de deur dicht?
:24:40
Ga zitten of zo.
:24:43
Ik loop even rond.
:24:52
Niet snuffelen.
Ik heb niet opgeruimd.
:24:56
zo ziet het er normaler uit.
:24:59
Het is onbeleefd.
-Je lijkt wel kwaad omdat ik er ben.