:41:00
We hoeven niet eens te rijden.
We kunnen gaan lopen.
:41:04
Of huppelen. Gaan we
huppelend uit eten ?
:41:09
Ik heb wel trek...
- Kom mee dan.
:41:24
Bevalt het je hier niet ?
- Het verrast me nogal.
:41:28
Ik heb niet altijd geld gehad.
- O nee ?
:41:32
Ik ging vroeger langs bij kleren
die ze in de winkel opzij legden.
:41:37
Dat had ik vorige week nog
met een paar schoenen.
:41:40
Ik liet een keer een jas
opzij leggen in september...
:41:45
om hem in de winter te gaan halen.
:41:48
Dat lukte pas in juni.
:41:51
En wachtte je toen tot de winter ?
- Ik heb hem de hele zomer gedragen.
:41:56
Op 4 juli lag ik op het strand
met een donsjack.
:42:00
Hou op met je geintjes.
:42:02
En zweten, met stralen.
Ik droop van het zweet.
:42:06
En als ik wil afvallen, trek ik
nog steeds een warme jas aan.
:42:47
Hé, man.
:42:56
Gaat het wel ?
- Ja hoor.