1:47:01
Ik heb je nodig.
1:47:06
Ga nu. Stalingrad kan vallen.
1:47:09
De laatste boten vertrekken nu.
-We hebben 'n pas.
1:47:13
Daar bent u veilig. Pak uw
spullen, we helpen u dragen.
1:47:17
Ik ga niet weg. Hier woon ik,
hier wonen Sacha en ik.
1:47:23
Ik kan niet weg.
-Ik moet u iets zeggen.
1:47:29
Het is moeilijk te begrijpen.
Het gaat over Sacha.
1:47:48
Hij is overgelopen en heeft z'n land
verraden. Hij komt niet terug.
1:48:04
Hij is 'n verrader geworden.
1:48:08
Arme kleine.
1:48:11
Wat heeft ie gedaan?
1:48:16
Blijft hij daar?
1:48:23
Ja, hij blijft aan die kant.
1:48:29
Ik mag dit vast niet zeggen...
1:48:31
...maar misschien is 't beter.
Als de Duitsers winnen, is ie veilig.
1:48:37
Het is fout, maar 't kan
de goede keus zijn.