:30:01
O God !
:30:02
Gilde er iemand ?
Ik hoor beter nu ik niets zie.
:30:06
Hé, meisjes, kom 's hier.
:30:08
- Wat ?
- O, God.
:30:11
Wat gebeurt er ?
:30:12
- Vrijen ze ?
- Ik denk dat hij haar vermoord heeft.
:30:15
- Hoezo "vermoord" ?
- "Vermoord", als in "gedood".
:30:22
Waar is het lichaam ?
:30:27
Ze is weg. Ze lag daar.
:30:29
- Waar ga je heen ?
- Ga je hem bellen ?
:30:31
Ik wil weten
of hij bij de moord niet gewond is geraakt.
:30:34
- Wat lief.
- Ik bel de politie.
:30:38
Hallo. Ik wil een moord aangeven.
:30:44
Ik wacht wel.
:30:46
- Hoe vaak hoorde u gillen ?
- Een keer maar.
:30:50
- Gebeurde het daar ?
- Ja, daar.
:30:53
Dus u draaide zich om en hop,
het lichaam verdwijnt zomaar ?
:30:57
Ik zei niet "hop", ik zei "boem".
En boem, het lichaam is weg.
:31:01
Ja, ja.
:31:02
Hallo, agent. Wat gebeurt hier ?
:31:06
Wat deed die Winston nou precies ?
:31:09
Er waren katholieke schoolmeisjes.
:31:11
- Wat deed hij met ze ?
- Hij kocht chocola, maar dat is niet...
:31:14
Waren ze getuigen ? Medeplichtigen ?
:31:16
Ik weet het niet, maar meneertje Perfect
gaf wel veel geld uit.
:31:20
Wie is meneertje Perfect ?
:31:21
We noemen 'm zo vanwege de oude vrouw,
de grote hond en de baby.
:31:25
- De baby ?
- Laat die baby maar.
:31:28
- Ik zeg u wel wat ik zag.
- We zagen 'm hijsen.
:31:30
Zagen jullie hem het lijk ophijsen ?
:31:33
We zagen 'm zichzelf ophijsen,
op en neer, op en neer.
:31:37
Hij raakt erg bezweet.
:31:40
- Jullie zagen 'm niet 't lijk ophijsen.
- Zoals ik al zei...
:31:44
- We waren ons aan het omkleden.
- Was er nog iemand hier ?
:31:47
Ik was hier.
:31:54
Ik heb genoeg gehoord.
:31:57
U neemt dit niet erg serieus.
:31:59
Eerlijk gezegd geloof ik er niets van.