Replicant
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:35:03
Dat ga ik niet voor je doen.
:35:06
Dat is tegen de regels van het bureau.
Weet je nog?

:35:10
Daarom zie ik 't ook als een gunst.
:35:36
Dat is smerig! Eet dat niet!
:35:39
Dat is voor hondjes. Hier. Proef dit eens.
:35:51
Wil je nog wat?
:35:59
Je moet ''dank je'' zeggen.
:36:14
Wat is er gebeurd?
:36:16
Liefje, wat is er gebeurd?
:36:24
Kom hier. Sta op!
:36:27
Rotzak! Wat heb je met hem gedaan?
:36:30
Scout sprong tegen m'n tand aan.
:36:31
Was het Scout? Wacht even.
:36:36
Stop! Hij was het niet.
:36:38
Scout stootte z'n tand eruit.
Het was de hond. Hij was het niet.


vorige.
volgende.