:42:03
Klaar ?
- Ja.
:42:17
Ah, godver... !
:42:19
De pasport ligt in de handschoenenkast
Ook wodka. Gooi wat op je jas.
:42:22
Als zij ons aanhouden, zeg je niets.
Onthoud, je bent dronken.
:42:26
En waar is mevrouw Muir ?
- Patricia heeft zich laten scheiden.
:42:30
Dat spijt me, Nathan.
:42:33
Hoe komt het dat ik altijd
de verkeerde dingen zeg ?
:42:36
Patricia ?
:42:38
Ja, mijn derde vrouw.
:42:40
Mijn God, hoeveel vrouwen heb je gehad ?
- Vier.
:42:44
Moet ik over hen vertellen, of Bishop ?
:42:51
Zie je die man ?
- Ja ?
:42:53
Hij is de ambassadeur. Waarom ga
je niet even hallo zeggen ?
:42:57
Goed.
- Oké ?
:43:02
Je whisky is
ouder dan haar.
:43:04
Moet ik me daar rot
over voelen ?
:43:12
Ze weten het.
:43:16
Zij hebben mijn familie al.
ik voel het.
:43:18
Dan zouden ons al
aangehouden hebben.
:43:20
Morgen, zitten je vrouw en kinderen
veilig in Munchen.
:43:22
Ik moet even stoppen.
- Wat ?
:43:25
Een geplande stop. Ik moet bellen.
- Zij zullen je volgen.
:43:29
Friedrich, het is allemaal
geregeld, oké ?
:43:31
Als ze vragen, dan
ben ik ziek geworden.
:43:41
Zullen we naar buiten gaan ?
Ze zullen ons niet missen.
:43:46
Ik wou dat ik kon.
:43:48
Ik moet bij de
telefoon blijven.
:43:50
Werken op
zaterdagavond ?