:43:02
Je whisky is
ouder dan haar.
:43:04
Moet ik me daar rot
over voelen ?
:43:12
Ze weten het.
:43:16
Zij hebben mijn familie al.
ik voel het.
:43:18
Dan zouden ons al
aangehouden hebben.
:43:20
Morgen, zitten je vrouw en kinderen
veilig in Munchen.
:43:22
Ik moet even stoppen.
- Wat ?
:43:25
Een geplande stop. Ik moet bellen.
- Zij zullen je volgen.
:43:29
Friedrich, het is allemaal
geregeld, oké ?
:43:31
Als ze vragen, dan
ben ik ziek geworden.
:43:41
Zullen we naar buiten gaan ?
Ze zullen ons niet missen.
:43:46
Ik wou dat ik kon.
:43:48
Ik moet bij de
telefoon blijven.
:43:50
Werken op
zaterdagavond ?
:44:02
Breng je iemand de
grens over ?
:44:32
Ja ?
- Wodka heeft me genekt.
Ik kom terug.
:44:36
Gooi de fles weg.
- Herhaal ?
:44:38
Gooi de fles weg.
Zij weten het.
:44:40
Zij weten het niet.
Zij weten het niet.
:44:42
Ze zullen wachten.
Zo dicht mogelijk bij de
controlepost afleveren.
:44:45
Nee, we komen over de grens.
- Nee. Dat is een order.
:44:53
Ze komen er aan.
:44:54
Laat hem gaan.
- Ze zullen hem vermoorden.