1:29:00
Ik wilde dat je me kende
als 'n levensgenieter.
1:29:07
Kom hier.
1:29:25
Wil je wat voor me doen?
1:29:28
Wat je wilt.
1:29:30
Wil je me hier weghalen?
Breng me naar huis.
1:30:13
Jezus.
1:30:21
Ze zijn er.
1:30:23
Hallo, liefje.
-Hallo, schat.
1:30:26
Ze zeiden dat je ziek was.
-Gelogen. Je ziet er geweldig uit.
1:30:31
Wil je 'n lekker warm bad?
We laten het bad vollopen.
1:30:36
Wat staat er op 't menu?
Wat heerlijke codeïïïne.
1:30:41
En verder?
-Donatal, daar ben je dol op.
1:30:45
Kom maar op, meisje.
1:30:54
Ik ken wat dokters.
-Geen dokters.
1:30:59
Het komt wel goed, Nelson.
Maar jij moet weg.