Sweet November
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:30:13
Jezus.
1:30:21
Ze zijn er.
1:30:23
Hallo, liefje.
-Hallo, schat.

1:30:26
Ze zeiden dat je ziek was.
-Gelogen. Je ziet er geweldig uit.

1:30:31
Wil je 'n lekker warm bad?
We laten het bad vollopen.

1:30:36
Wat staat er op 't menu?
Wat heerlijke codeïïïne.

1:30:41
En verder?
-Donatal, daar ben je dol op.

1:30:45
Kom maar op, meisje.
1:30:54
Ik ken wat dokters.
-Geen dokters.

1:30:59
Het komt wel goed, Nelson.
Maar jij moet weg.

1:31:04
Ik wil niet dat je dit ziet.
1:31:07
Ga, alsjeblieft.
-Oké, hij gaat al.

1:31:12
Ik kan er niet tegen haar te zien. . .
-Sterven?

1:31:18
Daarom wil ze dat je gaat.
Ga maar.

1:31:37
Vandaag wil ik liever niet spelen.
-Weet ik. Het is vader-zoondag.

1:31:42
Was je 't vergeten?
1:31:46
Sorry, maar ik kan niet.
1:31:51
Je had 't beloofd.
1:31:54
Ik heb geen vader. Ik heb er
wel een, maar ik ken hem niet.

1:31:59
Daarom heb ik Nelson mee.

vorige.
volgende.