1:23:01
Ik neem Nagle's auto. Jij volgt met de mijne.
1:23:04
Je moet naar binnen gaan.
Ik zie je op de oprit.
1:23:09
Heb je 't begrepen?
1:24:28
Wat is er aan de hand?
1:24:34
- Je lip.
- Je moet me helpen.
1:24:39
- Waar ga je heen?
- Ik kan hier niet mee rijden.
1:24:43
Je moet deze auto besturen. Alsjeblieft.
1:24:47
We moeten nu gaan. Wil je me helpen?
1:24:50
Help me nou.