The Others
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:13:21
Waar zijn de gordijnen?
1:13:44
Laat me eens kijken.
1:13:47
Je hebt niets.
Jullie hebben niets.

1:13:50
lk wil naar papa.
1:13:57
Papa is weg.
-Dat is niet waar.

1:14:01
Jawel.
1:14:04
Het is wel waar.
1:14:07
lk hou van je, mama.
1:14:17
Ga de gordijnen zoeken.
1:14:22
Wie?
1:14:24
Wie heeft dit gedaan?
1:14:25
Zeg het.
1:14:27
Zeg het.
1:14:30
Jij weet wat hier gebeurt. Jij hebt
het eerder meegemaakt. Zeg het.

1:14:36
Schrijf het op.
1:14:38
Schrijf het op.
1:14:39
Alsjeblieft.
-Daar schiet u niets mee op.

1:14:44
En ze kan ook niet schrijven.
-Waar zijn ze?

1:14:48
De gordijnen.
1:14:50
Mijn kinderen kunnen niet zonder.
lemand heeft de gordijnen weggehaald.

1:14:53
Dat weet ik.
U hoeft niet zo te schreeuwen.

1:14:58
Mr Tuttle, ik wilde u net
gaan roepen.


vorige.
volgende.