1:14:01
Jawel.
1:14:04
Het is wel waar.
1:14:07
lk hou van je, mama.
1:14:17
Ga de gordijnen zoeken.
1:14:22
Wie?
1:14:24
Wie heeft dit gedaan?
1:14:25
Zeg het.
1:14:27
Zeg het.
1:14:30
Jij weet wat hier gebeurt. Jij hebt
het eerder meegemaakt. Zeg het.
1:14:36
Schrijf het op.
1:14:38
Schrijf het op.
1:14:39
Alsjeblieft.
-Daar schiet u niets mee op.
1:14:44
En ze kan ook niet schrijven.
-Waar zijn ze?
1:14:48
De gordijnen.
1:14:50
Mijn kinderen kunnen niet zonder.
lemand heeft de gordijnen weggehaald.
1:14:53
Dat weet ik.
U hoeft niet zo te schreeuwen.
1:14:58
Mr Tuttle, ik wilde u net
gaan roepen.
1:15:02
Hebt u al gezien dat iemand
de gordijnen heeft weggehaald?
1:15:06
De gordijnen?
1:15:08
Hemeltje...
1:15:11
Waarom zou iemand zoiets doen?
1:15:15
Misschien om wat daglicht
binnen te laten.
1:15:18
Daglicht, natuurlijk.
1:15:21
lemand wil mijn kinderen doden.
-Wie zegt dat daglicht dat doet?
1:15:27
Bent u gek?
1:15:30
Dat heb ik u verteld.
1:15:32
Ze zijn allergisch voor licht.
Het licht wordt hun dood.
1:15:37
Dat was vroeger zo. Misschien
zijn ze nu niet meer allergisch.
1:15:42
Hoe weet u of ze nog ziek zijn
als u ze nooit aan daglicht blootstelt?
1:15:47
Mijn schoonzus had vreselijke last
van reuma in benen en rug.
1:15:54
Maar op een mooie dag...
1:15:57
was het weg.